Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [10]Ik heb [11]aan Mijn geheiligden [12]bevel gegeven; ook heb Ik [13]tot Mijn toorn geroepen [14]Mijn helden, [15]de vrolijken Mijner hoogheid. 10. Te weten, Ik de Heere. 11. Versta hier de Perzen en Meden, die God had geheiligd; dat is, tot een heilig werk geordineerd, namelijk tot verdelging der goddeloze Babyloniers. Zie Jer.22:7. 12. Niet door een uiterlijke stem, maar door een inwendige beweging, in de harten der Perzen en Meden, door mijne regering de zaak tot mijn eer besturende. Zie 2 Sam.16:11; hfdst.23 vs.11. 13. Dat is, tot uitvoering mijns toorns. 14. Dat is, de Perzen en Meden, wien Ik sterkte en kloekmoedigheid gegeven heb en nog verder geven zal. 15. Dat is, welken Ik een dapperen en vrolijken moed en courage gegeven heb, om de Babyloniers aan te tasten. Maar hoe de goddelozen dit doen, zie hfdst.10 vs.6,7.